- dan
- dan1{{/term}}〈bijwoord〉1 [op dat tijdstip] then2 [daarna, daarbij] then ⇒ 〈daarbij〉 besides3 [bijwoord van voorwaarde] then 〈meestal onvertaald〉4 [modaal bijwoord] then 〈zie voorbeelden〉♦voorbeelden:1 morgen zijn we vrij, dan gaan we uit • we have a day off tomorrow, so we're going outnu eens dit, dan weer dat • first one thing, then anothertot dan • till then; 〈als afscheid〉 see you thenhij zei dat hij dan en dan zou komen • he said he'd come at such and such a time2 eerst werken, dan spelen • business before pleasurehij heeft twee huizen in de stad en dan nog één buiten • he has two houses in town and one in the country as wellzelfs dan/dan nog gaat het niet • even so it won't worken dan? • and then what?3 als de trein niet rijdt, dan kan ik niet komen • if the train isn't running I won't be able to come4 〈in elliptische vragen〉 en je broer dan? • and what about your brother then?wat dan nog? • so what!〈met tegenstellende kracht〉 ook goed, dan niet • all right, we won't thenal dan niet 〈+ bijvoeglijk naamwoord〉 • 〈bijvoeglijk naamwoord〉 or otherwise, whether 〈bijvoeglijk naamwoord〉or noten dan zeggen ze nog dat … • and still they say that …hij heeft niet gewerkt; hij is dan ook gezakt • he didn't work, so not surprisingly he faileddie schrijver had dan toch maar veel succes • but that writer did have considerable success————————dan2{{/term}}〈voegwoord〉1 [na een vergrotende trap] than2 [na ‘ander(s)’] than, from3 [na een ontkennende zin] but ⇒ except4 [na ‘te’] to (do/be …), for (that)5 [of] or♦voorbeelden:1 hij is groter dan ik • he is bigger than me2 een ander dan hij heeft het me verteld • I heard it from someone other than him3 hij heeft niemand dan zijn moeder • he has no one but his mother4 hij is te trots dan dat hij zo iets zou aannemen • he is so proud that he would never accept such an offer5 al dan niet geslepen • (whether) cut or nothij vroeg of hij morgen dan wel overmorgen zou komen • he asked whether he should come tomorrow or the day after
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.